dinsdag 8 maart 2011

Witte boord hufters

De overheid heeft het de laatste tijd nogal eens over hufters aanpakken, en met name de coalitiepartijen hebben het over mensen belonen die in dit financiële klimaat toch het lef hebben te ondernemen.

Als ik mijn situatie vergelijk met de bekende voorbeelden, de brandweerman of de ambulance broeder, dan is er een groot verschil. ik wordt niet lichamelijk aangevallen. Ik wordt niet in elkaar geslagen maar wel ongestraft beroofd en bestolen.

Het is nu in mijn carrière als uitvoerend musicus en leverancier in het entertainment circuit de derde keer dat ik voor een groot bedrag de dupe ben van, laten we zeggen witte boord hufters.

De eerste keer betrof het een horeca exploitant die zijn zaak expres failliet liet gaan waar ik in goed vertrouwen, maar welk met contracten per geleverde act, aan ben blijven leveren terwijl hij al failliet was. Ik trad zelf op op de Bourgondische feesten in zijn zaak en via mijn toenmalige impresariaat speelde daar ook collega troubadours en diverse animatie acts; waarzegsters, hofnarren, goochelaars, etc.
Tussen juni en het ende van het jaar had hij een schuld bij me opgebouwd van zo'n vijfendertigduizend gulden. Toen de zaak echter failliet bleek te zijn hadden de bank, de belastingdienst en de brouwerij een voorrangspositie en kon ik als kleine zelfstandige naar mijn centen fluiten.

Als je dan een aantal jaren later ziet dat die zelfde banken met overheidssteun overeind worden gehouden door de overheid, en het ook nog eens diezelfde banken zijn die de regels voor hypotheken zo aanpassen dat je je ouderlijk huis niet kan behouden ga je je toch verwant voelen met de boerderijdieren van “Animal Farm van George Orwell. “All animals are equal but some animals are more equal than others

De tweede keer ging ik voor een aanzienlijk groter bedrag het schip in omdat de collega muzikant die ook een eigen bedrijf was begonnen met de collega muzikanten van zijn volksmuziek-groep, waarvan ik dacht dat het een vriend was, me op slinkse wijze wist over te halen mijn bedrijf met dat van hem te laten fuseren. Ik was in die tijd zo goed als overspannen vanwege de werkdruk en de oplichterij van het hierboven beschrevene. Deze zogenaamde dikke vriend wist me te overtuigen dat zijn bedrijf (toen nog een VOF) ondanks dat ze niet in een keer het door de accountant uitgerekende bedrag voor de overname konden betalen ik me geen zorgen hoefde te maken. Ik zou het volledige bedrag ontvangen in een gespreide betaling, ze zouden op mijn optredens geen bemiddelings-gage rekenen en in een periode van vijf jaar zou ik in het bezit zijn van de overnamesom. Toen ik er na vijf jar achter kwam dat ik met de pinpas van de rekening waarop dat geld zou moeten staan tot mijn stomme verbazing niet kon pinnen terwijl ik in Frankrijk verbleef, bleek dat ze zich slechts de eerste twee weken van die periode aan hun afspraak hadden gehouden. Middels allerhande boekhoudkundige malversaties hadden ze me niet alleen de overnamesom niet betaald maar ook nog eens erg veel aan me verdiend.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                           
het hier geschrevene heb ik nav de rechtszaak waarin J.Verkooijen is veroordeeld tot het betalen van 
€ 5.000 èn drie maandsalarissen (die tot op heden niet zijn ontvangen) moeten weghalen. Want naast gerechtigheid bestaat ook vrijheid van meningsuiting in dit land alleen als het de hoge heren uit komt.   
                                  

Ik belande vanwege het hierdoor ontstane arbeidsconflict in de ziektewet, was zelf aangewezen op een pro Deo advocaat terwijl de witte boord hufters beschikte over mijn geld om hun advocaat te betalen. De uiterst incapabele rechtsgeleerde die het voor mij had moeten opnemen en mijn zaak had moeten bepleiten bedacht dat hij eerst een procedure moest starten om mijn uitkering veilig te stellen omdat ik niet mocht werken vanwege een concurrentiebeding. De uislag van deze procedure was dat er jurisprudentie ontstond waarin stond dat geen van beide partijen iets te verwijten viel. Toen we daarna aankwamen met de eis van de hoofdsom die de twee ton benaderde werden we dan ook netjes kansloos naar deze jurisprudentie verwezen en kon ik naar mijn zuur verdiende geld fluiten.
Nu ben ik voor de derde keer het slachtoffer van een horeca exploitant die het wel heel bont weet te maken door te denken dat hij mijn afgesproken gage met terugwerkende kracht kan terugbrengen.

censuur                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                       
het hier geschrevene heb ik nav de rechtszaak waarin J.Verkooijen is veroordeeld tot het betalen van 
€ 5.000 èn drie maandsalarissen (die tot op heden niet zijn ontvangen) moeten weghalen. Want naast gerechtigheid bestaat ook vrijheid van meningsuiting in dit land alleen als het de hoge heren uit komt. 
Het wordt dus tijd dat de overheid op de eerste plaats de hand in eigen boezem steekt; Als kleine ondernemer wordt je geconfronteerd met knullige, haperende wetgeving die er voor kan zorgen dat je verplicht bent, onterecht grote bedragen in de staatskas te storten omdat de foutieve wetgeving van kracht was op het moment dat jij bezig was met ondernemen. Zo moest ik namens mijn impresariaat werkgeverslasten betalen over de acts die zelf een eigen bedrijf hadden en mij netjes een BTW factuur stuurde. Om een voorbeeld te geven; Een muzikant vervangt mij als troubadour omdat ik ergens anders aan het spelen ben. Hij stuurt mij daarvoor een factuur van driehonderdvijftig gulden. exclusief BTW. Ik stuur mijn klant een factuur van vierhonderd gulden ex BTW en dan zou je denken dat ik hier een omzet van vijftig gulden heb gemaakt. Helaas zat er een foutje in de fiscale wetgeving in de periode 1995 1998 waardoor ik over al deze gevallen onterecht tweehonderd gulden aan werkgeverslasten moest betalen. Hoe meer mensen ik dus op deze manier aan het werk hielp hoe meer verlies ik maakte terwijl de artiesten en de staat geld verdiende.
Daarna werd de wet aangepast. Maar ja in die periode was de de onfortuinlijke onrechtvaardige wet van kracht dus; Rien ne va plus, en het geld is niet meer van u.

Op de tweede plaats zou de overheid, en met name justitie, de, zoals ik ze net noemde, witte boord hufters, moeten vervolgen en straffen. Zij zijn het namelijk die het, in goed vertrouwen ondernemenden, onmogelijk maken hun werk te doen. Sterker nog; de benadeelde ondernemer wordt als een crimineel behandeld. Wordt niet gecompenseerd voor zijn geleden verlies, maar mag alles zelf betalen of komt zoals ik, in de schuldsanering terecht. Je raakt je zaak kwijt, en het wordt je ook nog eens onmogelijk gemaakt om je vak uit te oefenen, krijgt een BKR registratie, je moet je huis uit en mag het allemaal zelf uitzoeken met alle sociale gevolgen van dien. Velen van mijn collega gedupeerden hebben noodgedwongen inmiddels een dossier bij instellingen voor de geestelijke gezondheidszorg, staan daar op een wachtlijst. Anderen zitten vast of zijn het land moeten ontvluchten omdat ze het recht in eigen hand hebben laten zegevieren. Weer anderen hebben zich van het leven beroofd. Mijn huisarts gaat me doorverwijzen naar de tweedelijns hulpverlening.
Ik ben benieuwd tot welke categorie ik uiteindelijk ga behoren.

De aanstichters van dit alles, kunnen echter gewoon hun gang blijven gaan en wordt geen haar breed in de weg gelegd en ze kunnen zonder problemen door gaan naar een volgend slachtoffer.

woensdag 2 maart 2011

vervolg welkomstpagina troubadouryannlawick.nl


Verder is hij te vinden waar men hem maar zijn kunsten wil laten vertonen. Het is best komisch dat hij in zijn verhalen vertelt over de kastelen waar hij onlangs vertoefde, en zo ongemerkt hier en daar de bezoekers vergast op bijzonder leuke wetenswaardigheden. Want toen Yann Lawick ergens diep in de vorige eeuw begon met dit, toch welbijzondere beroep, waren het vaak verzinsels of op zichzelf toegepaste legendes en sagen. Tegenwoordig is het echter meestal gewoon echt gebeurd.
Zo speelt Yann Lawick de ene dag in la taverne medieval te Parijs en de volgende week in Tsjechië op een riddervakantie, waar kinderen en hun ouders o.a.zwaardvecht les krijgen van een heuse ridder en Yann Lawick 's avonds voor hun zijn verhalende liederen ten gehore brengt. Waar hij dan vroeg in de morgen weer vertrekt om die zelfde avond nog de minnezanger uit te hangen in een stadsherberg of taveerne in de Laaghe Landen.
Gelukkig kan Yann Lawick tegenwoordig gebruik maken van meerdere paardenkrachten tegelijk, anders kon hij onmogelijk aan de verplichtingen van zijn agenda voldoen.
Als jongeling reisde Yann Lawick de Bretonse kust af, waar hij zo nu en dan emplooi vond op een vissersboot, maar toch vooral als hij de melancholische tonen van zijn accordeon liet doorklinken tot de verre omgeving van de havencafé's aldaar, waardoor menig autochtoon nog even de stoute schoenen aantrok om een laatste glas te heffen met de herbergier.
Ook in steden als Nijmegen en Parijs is Yann Lawick langere tijd verbleven om daar zowel op de straten als in de kroegen en spelonken te musiceren en deel te nemen aan het drankgelag.
Samen met zijn favoriete hofnar "Hombre Fatuo" verzorgt Yann Lawick naast een straattheaterprogramma ook een Bourgondische dinershow met muziek, illusies en natuurlijk zotternij.
Zijn repertoire doet op zeer eigen wijze verslag van de liefde die er is, het gemis van de liefde die er was, de hoofse liefde en de tristesse na het verlaten zijn. Alle liederen krijgen zo hun eigen kleur en waardigheid. Soms hoop je als toehoorder al op de trieste ballade die de gedumpte minnezanger ongetwijfeld geschreven heeft over de schone deerne die hij op dat moment de hemel in prijst.
Nooit was iemand zo dorstig als na het luidkeels meezingen van een ode aan het gerstenat, of een chanson wat de wijn uit de roemer doet springen.
Omdat Yann Lawick door het hele land èn nogal eens in het buitenland speelt, is hij zoals de troubadours van weleer voortdurend onderweg van een mooi verhaal naar een nieuw avontuur. Yann Lawick is erelid van het Troubadours Gilde der Lage Landen. (zie links)