woensdag 21 september 2011

het kan raar lopen; Nederland bedankt

Mijn naam is Jan Willem van Opstal.

In 1965werd ik geboren in Breda. Als kind wilde ik naar de circusschool, maar dat vonden mijn ouders, huisarts / sportarts en farmaceut geen goed idee. Ik heb diverse opleidingen gedaan in de zorg (Bezigheidstherapie/ activiteitenbegeleiding, ortho agogisch werk en muziektherapie) en de deeltijdopleiding van het St.Joost (kunstacademie) 1

De keuze voor de zorg werd mede bepaald door de verstandelijke handicap van mijn één jaar oudere zus. Ik deed min of meer noodgedwongen allerlei vrijwilligerswerk; muziekles, dansles, vakantiebegeleiding, etc. Tijdens mijn studie in Nijmegen ben ik benaderd door een semiprofessionele theatergroep die Commedia dell'arte speelde. Ik heb me bij deze groep aangesloten en heb muziek en de liederen geschreven voor hun voorstellingen en ben als meespelende muzikant diverse keren mee op tournee geweest (o.a.door Frankrijk en Italië)

Mijn HBO studies muziektherapie en OAW heb ik uiteindelijk geen van beide afgemaakt omdat ik was gaan samenwonen met één van de actrices uit de theatergroep (en later ook getrouwd) en een gezin moest onderhouden. De studie leidde op dat moment op tot werkloosheid en als muzikant en theatermaker had ik meer dan voldoende werk. Ik richtte mij in die tijd met name op Bourgondische themafeesten en winkelcentrum entertainment. Samen met een mimespeler die ook meer aanvragen kreeg dan hij zelf aan kon ben ik toen een impresariaat / artiesten-bemiddelings-bureau begonnen. De mimespeler vond het "direkteurtje spelen", zoals hij dat noemde, maar niks en hield, net als ik, niet zo van netwerken en heeft zich al spoedig teruggetrokken.

De aanvragen beleven echter binnen komen en binnen de kortste keren bleek de kamer in ons huis die mijn kantoortje was te klein. De garage werd verbouwd tot kantoor, er kwamen een secretaresse, en nog een werknemer bij, ik nam zelfs muzikanten in vaste dienst om maar aan de vraag te kunnen blijven voldoen. Daar kwamen ook de eerste zakelijke tegenslagen.

Eigenlijk ging het zo goed dat we niet hoefde te adverteren, maar we waren toch met een advertentie in de gouden gids gaan staan. Een compliment voor de afdeling advertentieverkoop van de gouden gids destijds. Helaas bestonden er toen ook al malafide advertentie verkopers die een fax naar ons bedrijf stuurde waarin gevraagd werd om de bedrijfsgegevens te controleren ivm een advertentie. Mijn secretaresse die van niets wist, maar die wel namens mij mocht tekenen, controleerde de gegevens en stuurde de concept advertentie gesigneerd retour. Ik had op dat moment zonder het te weten een opdracht geplaatst om in tientallen bladen maandelijks te adverteren tegen een veel te hoog bedrag per advertentie. Ik ben lid moeten worden van de Stichting eerlijk zaken doen die namens mij en vele andere gedupeerde procedeerde tegen deze malafide adverteerders. Daar ging erg veel tijd en geld in zitten.

Één van mijn klanten, waarvoor ik wekelijks diverse artiesten leverde, stopte medio juni ineens met het betalen van de facturen. Ik heb eerst een keer gebeld en werd afgescheept met een lulverhaal, vervolgens een incasso bureau ingeschakeld, en medio december zijn we gestopt met leveren, maar toen bleek de zaak al lang failliet. Ik moest wel mijn artiesten betalen die hadden opgetreden, maar er kwam niets binnen.Ik moest aanmerkelijk gaan bezuinigen, mijn huwelijk liep op de klippen, en ik kwam pas na een half jaar proberen in de schuldsanering terecht.

Ondertussen kreeg mijn concurrentie door dat veel van hun offertes niet door gingen omdat er een bedrijfje in Nijmegen zat dat nogal eens werd ingeschakeld ipv dat hun oude vertrouwde en ook nieuwe klanten met hen zaken deden. Ik ben met beide benen in hun strategie getrapt.

Een bepaald niet nader te noemen bedrijf, waarvan ik de eigenaar tijdens een opdracht in Berlijn was tegen gekomen wist mij ervan te overtuigen dat het beter was onze bedrijven te laten fuseren. Ik wist niet beter of de eigenaar, met wie ik naar de sauna ging en aan wiens personeel ik mijn auto uitleende als ik naar het buitenland was, was een vriend. Op dat moment had het bedrijf wat met mijn bedrijf ging fuseren niet de middelen om de door de accountant berekende overnamesom te betalen, maar er werd een constructie bedacht waarbij ik dat in vijf jaar tijd zou krijgen. Mijn zogenaamde vriend wist een oplossing voor mijn probleem met het niet betalende failliete bedrijf wat wonder boven wonder ineens weer ging draaien, maar nu op naam van een ander. Ik ging in loondienst werken van het bedrijf dat was ontstaan uit de fusie van onze twee impresariaten en mij werd verzekerd dat alles goed kwam.

Ik was op dat moment eigenlijk heel blij dat ik me weer bezig kon houden met muziek maken, en ik trad ook nog op als clown in een circustheatervoorstelling, schreef weer muziek voor onder andere een theater-diner en alles leek goed te gaan. Helaas vrienden bestaan niet als er geld kan worden verdiend. Na een kleine vier jaar kwam ik er achter dat ze zich aan geen van de afspraken hadden gehouden en dat ik vooral was uitgebuit en voorgelogen. Ik heb me ziek gemeld en een advocaat in de hand genomen.

Deze advocaat vond het belangrijk om mijn uitkering veilig te stellen, terwijl ik hem heel duidelijk had gemaakt dat ik geen uitkering wilde. Helaas wist hij mij te overtuigen van de noodzaak duidelijk te maken dat ik niet verwijtbaar werkeloos was geworden. Hieruit ontstond jurisprudentie dat in ons arbeidsconflict geen van beide partijen iets te verwijten viel.Toen we wilde beginnen te procederen over de hoofdsom die inmiddels was opgelopen tot zo'n € 200,000,00 werden we daar netjes op gewezen en kon ik fluiten naar mijn duur verdiende geld.

Gedurende deze periode was mijn moeder al overleden en werd mijn vader ernstig ziek. Ik woonde vanwege de WSNP op een veel te klein zolderkamertje in Nijmegen en besloot voor mijn vader te gaan zorgen en bij hem in te trekken. Hij had echter galkanker en overleed zeer plotseling.

Mijn WSNP was bijna afgelopen, maar omdat mijn vader overleed en men dacht dat er wat te halen viel werd deze steeds verlengt. De afhandeling van de nalatenschap liep zeer problematisch want mijn door mijn ouders geadopteerde transseksuele broertje inmiddels dus zusje) was vanwege haar harddrugsverlaging en werkzaamheden in de prostitutie nogal eens onvindbaar. De laatste wensen van mijn vader en moeder waren moeilijk of niet uitvoerbaar omdat ik vanuit de WSNP geen executeur-testamentair mocht zijn, wat wel de nadrukkelijke wens van mijn ouders was.Ik mocht ook geen bewindvoerder over mijn verstandelijk gehandicapte zus worden.

Mijn verstandhouding met mijn bewindvoerder was erg slecht, met name omdat hij zo goed als onbereikbaar was voor zowel mij als mijn advocaat en het leek er erg op alsof hij er zijn taak van had gemaakt het mij zo moeilijk mogelijk te maken. Dit is hem gelukt want na zeven jaar schuldsanering kreeg ik op voor eenieder, inclusief mijn advocaat, onbegrijpelijker wijze toch geen schone lei.

Ik heb dus gedurende zeven jaar alle nadelen van de schuldsanering ondervonden, om nog maar te zwijgen over de secundaire consequenties, en heb er geen profijt van gehad. Als ik nu geld terug zou horen te krijgen van de belasting verdwijnt het in een zwart gat uit 2003, en daarna uit 2004, etc. Ik mag geen eigen bedrijf beginnen, want ik sta nog tot 2013 bij de BKR geregistreerd. Kortom ik ben in dit land een persona non grata, een paria geworden terwijl ik alleen maar heb geprobeerd te ondernemen en de verkeerde mensen heb vertrouwd.

Gelukkig gaat het leven gewoon verder en heb ik in deze vreselijke periode ook leuke dingen meegemaakt, zo heb ik o.a. mijn huidige vrouw leren kennen waarmee ik nu al weer vijf jaar getrouwd ben.

Na mijn conflict met het bedrijf dat mijn impresariaat had ingelijfd zonder daarvoor te betalen ben ik in loondienst gegaan bij een onderneming die onder andere een restaurant exploiteerde waar ik al sedert 1989 optreed als troubadour. Na het ontstaan van de financiële crisis vond mijn werkgever het helaas billijk om mij met terugwerkende kracht zonder onderling overleg een salarisverlaging van € 25,00 per optreden te geven. Hetgeen resulteerde in het voor ongeveer € 30.000 meer gewerkt te hebben, maar dit geld niet te ontvangen. Andermaal was ik genoodzaakt mij ziek te melden gezien er geen arbeidsconflictenwet bestaat.

Inmiddels is deze werkgever veroordeeld tot het betalen van een "oprotpremie"van € 5000,00 en drie maanden salaris (nog eens zo'n € 4000,00. Dit geld had al in juni binnen moeten zijn. Het incassobureau wat werkt voor onze DAS advocaat heeft echter ontdekt dat bij het bedrijf dat op de arbeidsovereenkomst staat niets te halen is en dat mijn ex. werkgever daar ook op papier niets over te zeggen had. Ten tijde van de zitting was het bedrijf al niet meer actief.

De advocaten en incassobedrijven hebben het er druk mee en ik kan hoogst waarschijnlijk wederom fluiten naar het geld wat ik heb verdiend.

Toch ben ik altijd blijven werken. Mijn werk is het vermaken van mensen. Ik ben nog steeds de troubadour.

Bij het nalezen van het bovenstaande miste ik nog een aantal soyante details;

In de tijd dat ik mijn bedrijfje net op de rit had. Kwam de overheid er achter dat er iets grondig mis was met de belastingheffing op artiestenbemiddelaars. Wij moesten namelijk over de uitbetaalde bedragen aan zelfstandige artiesten, die gewoon als eenmanszaak of middels een andere bedrijfsvorm opereerde, en aan ons dus BTW facturen stuurde, werkgeverslasten betalen. Als je dus boven op de factuur van tweehonderdvijftig gulden een bemiddeling rekende van vijftig gulden factureerde je driehonderd gulden aan je klant. en mocht je aan de overheid nog een honderdvijftig gulden loonbelasting betalen. Hoe meer mensen er dus op hadden getreden hoe meer verlies we draaide.


In die tijd gingen er soms wel twintig artiesten per week namens ons de hort op. Een foutje in de wet, maar we moesten het gewoon betalen. Naderhand werd de wet bijgesteld maar wij werden niet gecompenseerd. Mijn accountant noemde het leergeld.

Toen ik mijn vrouw ontmoette was zij net voor de tweede keer weduwe geworden. Zij bezat dientengevolge nog een woon-werk pand in een gereformeerde gemeente. Gezien haar vorige echtgenoot zichzelf in dat pand van het leven had beroofd bleek dat pand vanwege de gangbare geloofsovertuiging in die streek zo goed als onverkoopbaar.

Gedurende de tijd dat mijn ouderlijk huis tot de inboedel behoorde van de erfenis hebben wij een woonlast opgebracht van zo'n drieduizend euro in de maand. twee hypotheken op het ouderlijk huis en een hypotheek op het onverkoopbaar pand in de zwarte kousenstreek. Na vier jaar werd dit laatste woon werk pand uiteindelijk een ton beneden de taxatiewaarde verkocht.

Helaas was in die tijd ook de, door de banken veroorzaakte financiële crisis begonnen. Toen we bij de bank die al die jaren onze centjes netjes had ontvangen wilde praten over een hypotheek met een aanzienlijk lagere woonlast wisten ze ons te vertellen dat er wegens de financiële crisis strengere regels waren voor het verstrekken van hypotheken. Ze waren met handen en voeten gebonden,we moesten ze eigenlijk heel zielig vinden. En zodoende konden ze niets voor ons doen.

Onze jaren lange investering, waar onder andere ook het geld van de verkoop van mijn vrouw's bedrijf in was gaan zitten (Waar ze jarenlang tachtig uur in de week voor had gewerkt), was dus voor niets geweest en we moesten het huis verkopen.

Twee mensen werken zich de tering, je wordt opgelicht en je raakt alles kwijt. De oplichters mogen gewoon verder gaan met hun malafide praktijken en jij kan het uitzoeken. Je mag in de particuliere sector een woning gaan huren van een andere uitbuiter en niemand kan er iets aan doen.