maandag 22 juli 2024

er is nog heup, uh hoop

Er is nog heup, uh hoop

De keuze me niet neer te leggen bij de medici, die letterlijk zeiden dat ik maar moest leren leven met mijn steeds slechter kunnen lopen, heeft weer een sprankje hoop opgeleverd. Ik heb geëist dat er foto's werden gemaakt en wat denk je; mijn linker heup blijkt tot op de draad versleten. Begin augustus begint het proces richting een nieuwe heup.

Verder moet ik sowieso nog erg wennen aan "mijn nieuwe leven". Een leven zonder baan, zonder alcohol, zonder relatie, maar met een fijne eigen plek voor mezelf op een fantastische locatie. Gelukkig heb ik sinds kort ook weer een auto en ben ik dus weliswaar lopend nog niet zo mobiel, ik loop al een tijd alleen nog met stok, maar ik ben door de auto wel weer wat mobieler.

Mijn werk als troubadour staat, met name vanwege mijn niet of nauwelijks kunnen lopen ook behoorlijk stil. Ik kan momenteel alleen opdrachten aannemen waarbij ik vanaf een kruk kan werken op een plek waar ik makkelijk met stok kan komen. Dat geldt natuurlijk ook voor mijn culinaire activiteiten. Ik kan nauwelijks lang genoeg staan om voor mezelf te koken, wat ik nog wel iedere dag probeer te doen. Maar goed ik ga liever uit van mijn mogelijkheden dan van mijn handicap en als het mee zit, en daar hoop ik op, kan ik na de operatie weer veel meer.

Het niet meer drinken is echt niet eenvoudig. Vooral als dingen tegen zitten is er altijd weer het stemmetje in mijn hoofd dat zegt dat ik wel een borrel heb verdiend. Dat ik troost nodig heb, en dan bedoelt dat stemmetje geen koffie. Ook komen er allerlei smoesjes boven drijven om vandaag een uitzondering te maken, maar tot nu toe weet ik daar gelukkig nog altijd dapper weerstand tegen te bieden

Mijn "problematiek', zoals ze dat in de GGZ-graag noemen, heeft zijn oorsprong in het niet of te weinig gezien zijn als kind. Er waren altijd anderen in de buurt die meer aandacht nodig hadden. Ik heb ook altijd het gevoel gehad er niet bij te horen, of in groepen of clubs een uitzonderingspositie te hebben. Mijn keuze niet meer te drinken brengt me weer in die positie. Ik ken, voor zover ik weet, haast niemand die niet drinkt.

In de horeca zijn er mensen die, als ze aan ’t werk zijn niet drinken, maar de meesten daarvan halen dat na werktijd dubbel en dwars in. In mijn werk, of ik nu als troubadour of als oesterman aan het werk ben, ben ik over het algemeen ook alleen maar omringt door mensen die genieten van wijn, bier en sterke drank. En ik heb daar ook altijd enorm van genoten. Ik heb ook nog steeds veel waardering voor mensen die mooie producten maken; bierbrouwers, whiskystokers, wijnboeren, allemaal mensen die met passie aan hun product werken.

Mijn leven lang ben ik al omringt door drinkende mensen. Van mijn ouders leerde ik proeven en van drank te genieten, maar ik leerde ook dat drank kon worden ingezet om pijn te verzachten en om even niet te voelen. Mijn ouders dronken daardoor meer dan gemiddeld. Sherry om een uur of vier en soms al vroeger, wijn bij ’t eten, soms zelfs al bij de lunch. In Frankrijk hebben ze de gewoonte van het aperitief opgedaan en die ook naar Nederland geïmporteerd. Ook met mijn ouders gingen we veel naar cafés en restaurants waar ook altijd werd gedronken en die gewoontes heb ik allemaal overgenomen. Vanaf dat ik In Nijmegen ging studeren heb ik altijd stamkroegen gehad waar ik letterlijk dagelijks was te vinden en in sommige periodes echt van openings- tot sluitingstijd. In mijn werkende leven ging ik soms ook voor mijn werk eerst nog naar ’t café en eindigde mijn dagen ook bijna altijd in de nachthoreca. De meeste mensen die ik ken heb ik dan ook in de horeca leren kennen en haast 100% daarvan drinkt dus ook.

Ik probeer mijn verwachting niet te hoog in te schatten, maar hoe mooi zou het zijn als ik straks weer zonder stok kan lopen of misschien zelfs weer kan hardlopen, tangodansen en motorrijden. Een mens moet blijven dromen en wellicht is het allemaal nog haalbaar. 

Hoop doet leven.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten